Skip to main content

Het Indische zwijgen

Dolf en Andy Smith gaven een lezing over de repatriëring van mensen uit Nederlands-Indië bij het Historisch Café in Figi, Zeist

Tijdens het Historisch Café van 27 januari schetsten de broers Andy en Dolf Smith de komst van meer dan 400.000 evacués en repatrianten uit het voormalig Nederlands-Indië naar Nederland. Zeist trok zoveel repatrianten dat het dorp wel een ‘tweede Den Haag’ werd genoemd. Velen woonden in slechte omstandigheden en werden gediscrimineerd.

2 februari 2025

tekst en foto: Maarten Bos

Op 27 januari organiseerde het Zeister Historisch Genootschap (ZHG) weer een Historisch Café in Figi. Het ZHG verzorgt iedere laatste maandag van de eerste maand van een kwartaal zo'n café. Dat betekent dat de bijeenkomst 4x per jaar plaatsvindt. De evenementen zijn in een  zaal op de 1e etage in Figi en zijn gratis toegankelijk. 

Hobby
Ik bezoek de cafés regelmatig omdat geschiedenis mijn hobby is en omdat het een goede manier is om meer te weten te komen over de historie van mijn eigen woonplaats. De inleiding van 27 januari werd onder de titel “Werd hier iets groots verricht?” gegeven door de broers Andy en Dolf Smith.

27 januari is een dag die in het teken staat van de herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog. Dat terugkijken wordt in 2025 voor de 80e keer gedaan. Onze nationale herdenkingen vallen op 4 en 5 mei, maar 27 januari is ook een belangrijke datum omdat op die dag in 1945 het grootste concentratiekamp van de nazi's, Auschwitz, door de Russen werd bevrijd. Ieder jaar zijn er daarom op de laatste zondag van januari Holocaustherdenkingen in Nederland. De belangrijkste is die bij het Spiegelmonument in het Wertheimpark in Amsterdam, die ook dit jaar rechtstreeks op TV was te volgen. Op 27 januari zelf is de internationale Holocaust Remembrance Day. 

Passend
Het was daarom passend dat het Historisch Café dit keer teruggreep op een onderwerp dat rechtstreeks voortvloeit uit de (nasleep van) Tweede Wereldoorlog: de komst van meer dan 400.000 evacués en repatrianten uit het voormalig Nederlands-Indië naar Nederland. Inleiders Andy en Dolf volgden daarbij het spoor van hun vader, die tot deze vaak vergeten groep behoorde. 

Bij de inleiding werd een beeld geschetst van de problematiek waar de uit Nederlands-Indië afkomstige mensen bij aankomst mee te maken kregen en ook wat hun vestiging specifiek voor de ontwikkeling van Zeist betekende. En natuurlijk werd dan steeds gefocust op het voorbeeld van de vader van Andy en Dolf. 

Volle zaal
Bij binnenkomst in de volle zaal (er moesten nog stoelen bijgeplaatst worden) bleek dat er veel bezoekers met Indische roots waren gekomen. Niet verrassend natuurlijk. Dolf nam het woord. Hij zei: "We gaan eerst terug naar Indië. Mijn vader heette Ben Smith. Hij was één van de 400.000 mensen die na de oorlog uit Indië naar Nederland kwamen. Mijn vader is in 1923 in Indië op een theeplantage geboren. In 1941 meldde hij zich voor de strijd tegen Japan. Hij werd krijgsgevangen gemaakt en verrichtte dwangarbeid in Japan. Hij raakte gewond aan zijn been en na de bevrijding moest hij vanwege die verwonding naar Nederland vertrekken. Daar kwam hij al op 3 januari 1946 aan, als een van de eerste repatrianten. Hij werd 14 maanden verpleegd en kwam vervolgens in Zeist te wonen. Daar waren vanwege het vooroorlogse toerisme veel pensions, die stonden nu leeg en dat trok repatrianten aan. Mijn vader kwam in een woning aan de Harmonielaan terecht en woonde daar met 3 personen op één kamer. Ben ontmoette daarop in 1948 in Zeist mijn moeder Wil".

Dolf: "Nederland was niet voorbereid op de stroom nieuwkomers. Ze leefden vaak dus met meerdere personen op één kamer. Ze vonden niet makkelijk werk en moesten bovendien veel van hun loon inleveren. Mensen met een Indisch uiterlijk werden vaak gediscrimineerd. Veel kinderen werden op school gepest. Door de woningnood waren de Indische Nederlanders nog minder gewenst".

Ontmoedigingsbeleid 
Dolf: "Vanaf 1951 volgde er in Nederland een ontmoedigingsbeleid. De Indische Nederlander zou in Nederland niet goed kunnen aarden, was het argument. Het werd veel moeilijker om vanuit Indië naar ons land te komen. Maar in 1957, 1962 (de Nieuw- Guineakwestie) en 1957-1964 (spijtoptanten) kwamen nog nieuwe stromen Indische immigranten naar Nederland. 

Zeist kreeg haar deel van al deze nieuwkomers. Zeist groeide en het Staatsliedenkwartier werd gebouwd. In Kerckebosch ontstond vanaf eind jaren ‘50 een nieuwe flatwijk. Veel Indische Nederlanders kwamen op die plekken terecht. Vlak bij de flats van Kerckebosch werd in 1957 huize Spathodea geopend voor Indische bejaarden. Op woensdagen werd daar Indisch gegeten".

Dolf: "In de jaren 60 ving de nieuwe Vogelwijk in Zeist (gebouwd volgens de principes van de ‘nieuwe zakelijkheid’) veel mensen op. Er ontstonden in Zeist winkels gericht op Indische Nederlanders. En hoe ging het inmiddels met Ben? In 1952 trouwde hij met Wil, mijn moeder. Hij werd belastingambtenaar. Wil overleed al in 1977, 49 jaar oud. Ben overleed in 1996, 72 jaar oud. Zijn Indische lotgenoten gingen vaak tot het einde van hun leven gebukt onder het terugbetalen van de kosten van hun overtocht en ontvangen kledingpakketten. Maar mijn vader klaagde nooit over de naoorlogse behandeling in Nederland. Dat kwam omdat hij in de oorlog zoveel erger had meegemaakt. Toch sloegen Indische Nederlanders in het algemeen bij al te boude discriminatie er vaak ook snel op los". 

Indisch zwijgen
Dolf: "De familie van mijn vader in Indië kwam eind jaren ‘50 (grotendeels) ook naar Nederland. Zijn zusters bleven in Indonesië. Voor ons kinderen leidde het feit dat mijn moeder Nederlands was tot een erg Hollandse opvoeding. Later werden we ons meer bewust van onze Indische achtergrond. Ik ben zelf daarom nog in Indonesië geweest. Ben sprak met ons wel over het verleden maar nooit over zijn (vreselijke) kamp- en dwangarbeidtijd. Dan heerste er het ‘Indische zwijgen’".

Dolf: "Zeist trok zoveel repatrianten dat het dorp wel een ‘tweede Den Haag’ werd genoemd (in Den Haag woonden veel Indische Nederlanders). Ben is in 1979 en 1983 nog teruggeweest in Indonesië. Later wilde hij niet meer terug. Hij had er weinig teruggevonden van wat hij in 1941 had achtergelaten. Er was veel veranderd".

Blauwe hap
Dolf : "Het Indische eten werd en wordt ‘de blauwe hap’ genoemd. Dat is genoemd naar het scheldwoord ‘blauwen’ dat voor de mensen uit Indië werd gebruikt. Het zangduo de Blue Diamonds uit Driebergen nam het woord dan weer aan als geuzennaam. En waar komt dat woord vandaan? Het meest waarschijnlijk is dat het ontstaan is doordat het donkere haar van de Indische Nederlander vaak een blauwe glans vertoonde. Maar er zijn ook andere theorieën".

Tenslotte kwam Dolf nog even terug op de titel van de lezing, "Werd hier iets groots verricht"? Dolf: "In 1941 kwam er een bekend boek over Nederlands-Indië uit van de hand van mr. W.H. van Helsdingen getiteld: ‘Daar werd iets groots verricht’. Het ging over de resultaten die de Nederlanders in Indië bereikt hadden. Daarom vroegen wij op onze beurt: werd met de opvang van de mensen uit Indië in Nederland ook "iets groots verricht?" Ons antwoord luidt: “nee, dat kan in alle eerlijkheid niet gezegd worden". 

Na de voordracht volgde vanuit de zaal nog een reeks vragen die een aanvulling betekenden op wat Dolf gezegd had. Er bleek uit dat de bezoekers met grote aandacht hadden geluisterd en nog meer informatie wilden over het inderdaad fascinerende onderwerp. Dolf vertelde op deze manier met zichtbaar plezier nog een tijdje door. Vele vragen kwamen van toehoorders met een Indisch verleden. Zij kwamen vaak met persoonlijke verhalen.

Andy en Dolf
Andy en Dolf zijn actief in het Zeister Historisch Genootschap. Dolf is binnen het ZHG al sinds 2015 lid van de Tentoonstellingscommissie Kunst en Cultuur. Andy heeft de Kunstcademie gedaan en komt dus ook beslagen ten ijs bij aangelegenheden van kunst en cultuur. De broers schreven over de geschiedenis van de Voorheuvel (‘Herinneringen aan de Voorheuvel’). Dat deden zij in 2006 in het kwartaalblad Seijst dat donateurs van het ZHG ontvangen. Over datzelfde onderwerp verzorgden zij in 2015 een Historisch Café. Over de lezing van 27 januari gaan zij ook een tekst voor Seijst aanleveren. Dolf: "Ook al zal het moeilijk zijn ons verhaal kort weer te geven". Bij bezoek aan een Historisch Café is het steeds mogelijk enkele exemplaren van Seijst mee te nemen naar huis. Dit keer lag het jubileumnummer 50 jaar Seijst, een "special" uit 2021, klaar voor de bezoekers. 

ZHG
Het ZHG verzorgt onder meer lezingen, tentoonstellingen, excursies en publicaties. Het doel van het Genootschap is de kennis van de historie van Zeist uit te dragen en te bevorderen. Het ZHG is in 1951 opgericht onder de naam Van de Poll Stichting, naar de gelijknamige bekende Zeister familie.

Sinds 2011 maakt het ZHG onderdeel uit van het samenwerkingsverband Erfgoedpartners Zeist, ook bekend onder de naam Geheugen van Zeist. Vanaf 2014 is het Zeister Historisch Genootschap gevestigd in het gemeentehuis van Zeist en zijn een aantal collecties ondergebracht bij het Gemeentearchief Zeist.

Als iemand een vraag heeft of op zoek is naar informatie kan contact opgenomen worden via info@zhg.nl Langskomen kan ook: in het Gemeentehuis tijdens de Historische tafel (spreekuur) op dinsdagochtend van 10 tot 12 uur. Het ZHG bevindt zich in het Gemeentehuis en wel na binnenkomst rechts, in het Historisch Informatiepunt ( HIP).

Historisch Café-bijeenkomsten zijn in een zaal op de eerste verdieping van Figi, meestal de Springerzaal ( dit keer trouwens niet). Nadere inlichtingen over de Cafés worden verstrekt via info@zhg.nl en 06-21827878.
 

Bijdrage

 


Meer over de lezing: 
Werd hier iets groots verricht?


Maarten schreef eerder: 
Succesvol Nieuwjaarsconcert OBK Zeist

Een villa in de Zeister Dichterswijk in de sneeuw


Volgende aankondiging: 
Verduurzaming van jaren '30 woningen

 

Add new comment

Plain text

  • No HTML tags allowed.
  • Web page addresses and email addresses turn into links automatically.
  • Lines and paragraphs break automatically.