Bakkersfiets

1 februari 2015
tekst: Ruud Vermaase, foto: Kees Linnenbank
 

Een buitenkansje. De goedkoopste in de ruime keus tweedehandsfietsen: een klassieke zwarte bakkersfiets met dubbele stang, terugtraprem en zo’n trendy rekje op je voorwiel. Mijn keuze was snel gemaakt en trots pedaleer ik ermee naar huis. Maar thuis krijg ik bij mijn vrouw niet de handen op elkaar. Een fiets zonder versnellingen, zonder handremmen. Zij vindt het maar zozo.

Mijn dochter en zoon die thuis zijn, reageren enthousiaster. Mijn dochter heeft ervaring met voorop zitten terwijl een jongen haar door de stad loodst. Je kunt je tas gewoon erop gooien, veel makkelijker dan een rekje achterop waar de snelbinder altijd van kapot is. Nee, geen open gezaagd kratje bier, dat is puberaal. Ik ga zelf een kratje van hout ontwerpen. Op een pagina van de krant teken ik een ruwe bouwtekening. Met stukjes hout bedenk ik een systeem zodat je het houten kratje snel erop en eraf kan halen. Aandachtig kijken mijn kinderen mee, mijn vrouw niet, zij rommelt in de voorraadkast. Terloops meldt zij dat de krat bier leeg is.
Tumult! Vechtpartijtje in de gang, maar door goed gebruik van mijn lichaam win ik de strijd en krijg ik de primeur. Ik, en alleen ik, mag de fiets gebruiken waarbij hij echt zijn meerwaarde gaat bewijzen: Het halen van een kratje bier. Met een nonchalant gebaar smijt ik de lege krat op het voorrekje. Lastiger dan ik dacht, bij het opstappen hou ik de fiets te scheef (korte beentjes) en kan ik met een snelle reactie voorkomen dat de krat er vanaf glijdt. Als een beginneling stap ik op de fiets en omdat hij een terugtraprem heeft, kan ik de pedalen niet in de goede startstand schoppen. Dat moet een beetje steppend. Ziet er knullig uit, de kinderen die toekijken becommentariëren het luid. Cynisch applausje als ik ‘los’ ben. De hele straat wordt zo gealarmeerd.

Maar uiteindelijk fiets ik de straat uit. Trots, om bij de eerste scherpe bocht naar links te ontdekken dat de krat er meteen vanaf dreigt te glijden. Met één hand aan de krat fiets ik de rit naar de supermarkt verder, ziet er meteen minder relaxt uit. Een spin, in de schuur ligt nog een spin. Dat zou wel handig zijn, heb ik gedurende rit als een mantra in mijn hoofd. Maar een volle krat ligt natuurlijk veel stabieler, waardoor wegglijden niet gebeurt, schat ik met mijn middelbare school fysica in.

Even later plant ik met een zwaai de volle krat op het rek. Maar met zo’n waardevolle vracht, durf ik niet op een been steppend weg te rijden. Weer moet de fiets veel schever dan ik wil: om mijn benen over de dubbele stang te slaan. Uiteindelijk fiets ik naar huis. Het fietst niet lekker, maar ik fluit een melodietje. Hoop dat een paar bekenden mij zo zien. Symbolischer kun je de zaterdagmiddag niet beginnen. Man fluitend op fiets met vers kratje bier.

Zo arriveer ik thuis, mijn vrouw staat voor het raam en ik zie aan haar mond dat ze het fraaie tafereel de huiskamer inroept. Tevreden stap ik af. En draai het pad naar de voordeur in. Te scheef.
Met luid geraas schuift de krat er vanaf en dit keer kan ik hem niet redden.

Voeg een reactie toe

Plain text

  • HTML tags zijn niet toegestaan.
  • Website-adressen en emailadressen worden automatisch omgezet in een link.
  • Regels en paragrafen breken automatisch af.