De luizenmoeder van Zeist

1 maart 2018
tekst: Noortje van Breukelen (*)

Vorige week had ik een proef-rijles. Ik wilde persé een vrouwelijke rij-instructeur, wat nog niet makkelijk bleek. Pas bij de derde rijschool was het raak. Ik had er al snel spijt van. Anneke, heet ze, maar ze deed me in alles denken aan Juf Ank, uit de Luizenmoeder. Misschien had ik toch beter een mannelijke instructeur kunnen nemen…

Ik dacht dat ik eerst les op een parkeerterrein zou krijgen, maar we gingen gelijk de weg op. Ik sturen en gas geven, An(ne)k(e) schakelen. Het ging eigenlijk al snel best goed, en m’n zelfvertrouwen groeide. Maar waar ik van schrok, dat zijn die ándere automobilisten. Op de fiets valt me dat nooit zo op, maar wat rijden veel mensen als een opgefokte pitbull zeg. Man man man. En soms ook een vrouw.

We gingen eerst over de Koelaan richting Bunnik. Je mag daar 60, dus ik reed netjes 58. De man achter mij vond dat kennelijk te langzaam, en haalde wild in, dwars over de doorgetrokken streep. “Wat vind ik dit nou jammer”, zei Ank. Het had ook geen enkele zin, want in Bunnik stonden we toch weer achter elkaar voor hetzelfde stoplicht. Nul komma nul tijdwinst. Via een blokje draaiden we om en reden terug naar Zeist. Op de terugweg gebeurde hetzelfde nog een keer, ik werd ingehaald waar het niet mag. “Is hij toch mooi twintig seconden eerder thuis”, zei Ank. Wat zinloos, om daar andere weggebruikers voor in gevaar te brengen.

We reden door Zeist-West. Veel bochten en drempels, wat het inhalen kennelijk effectief belemmert. Ik vind 50 al best hard door zo’n wijk. De auto achter mij niet. Steeds dichterbij kwam hij, ik dacht dat hij al rijdend in onze achterbak ging parkeren. Ik wist niet dat het woord bumperkleven ook letterlijk een werkwoord was. Ik werd er toch knap nerveus van. Toen zag ik een bejaard echtpaar dat over wilde steken. Ik rem automatisch. Tooooeeeeet! Achter me werd iemand helemaal paars van woede. Terwijl het bejaarde echtpaar voorzichtig overstak, keek ik vertwijfeld naar Ank. Ze glimlachte. “Nee, eigenlijk hebben ze geen voorrang. Maar dat geeft niet, laat hem maar toeteren. Teleurstellingen horen bij het leven”. Dan man toeterde nog zeker drie keer, de grote L op het dak hield hem niet tegen. Wat een opgefokt type.

Via de Montaubanstraat en de Hogeweg kwamen we op de Slotlaan. Daar woon ik zelf. Wat gaaf om eens in een auto door m’n eigen straat te rijden, dacht ik nog. Maar waar was de straat eigenlijk? Van links naar rechts golfde een onduidelijke verzameling stenen in verschillende kleuren. Links stond een busje geparkeerd, kennelijk vracht aan het lossen. Tegemoetkomende fietsers kwamen om de bus heen, midden op straat. Voor me reed zo’n enorme PC-Hooftstraattractor. Je weet wat ze zeggen over mannen in een te grote auto? Zeker een klein gevalletje. Opeens stopt de auto en zet de knipperlichten aan. Ik dacht nog, vast om mensen te waarschuwen voor het gevaar voor die fietsers. Maar de deur ging open en de berijder stapt uit. Geen man met klein gevalletje, maar een heel klein tuttig vrouwtje. Het verbaasde me dat die überhaupt bij de pedalen kon? Ze liep de winkel in, de auto knipperend achterlatend. Ik kon geen kant meer op. “Dit vinden wij niet raar”, zei Ank, “dit vinden wij alleen heel bijzonder”. Mag je hier zomaar parkeren, vroeg ik. “Nee, natuurlijk niet!”, zei Ank. “Maar als je zo’n dikke auto rijdt, hoef je kennelijk geen sorry te zeggen”. Toen er even geen fietsers waren wurmde ik me tussen de PC-Tractor en het busje door.

Ik vroeg me ondertussen af waarom ik dit ook eigenlijk wilde, een rijbewijs halen. Het gaat al 34 jaar goed zonder. Het komt eigenlijk door mijn vorige column, “stemadvies van mijn kat”, waardoor ik enthousiast werd van het idee voor een Zeister dierenambulance. Maar misschien is het niet mijn ding. Autorijden maakt kennelijk het slechtste in veel mensen los. Misschien dat types als Ank zich staande kunnen houden tussen al het testosteron, maar ik ben meer een type Hannah, die met grote ogen de wondere wereld in kijkt en in de woorden van collega-columnist René Scheffer weer het memo heeft gemist. Laat mij maar fietsen. Op de fiets ben je overal in Zeist ook binnen een kwartier, en je komt een stuk relaxter aan…

 
(*) Noortje van Breukelen is een pseudoniem. De naam van de auteur is bij de redactie bekend.
 

Reacties

Beste Noortje, elke keer als we na een vakantie terugkomen in Nederland, valt ons het rijgedrag in Nederland op. In Noorwegen hoef ja al naar een zebra te kijken en wordt al gestopt. In een grote stad als Melbourne in Australië is het al niet anders. Zelfs in een druk land als Indonesië waar heel veel scooters rijden is het beter dan in Nederland. Er wordt alleen heel kort getoeterd als waarschuwing. We hebben in onze vakantie van vijf weken Indonesië en Australië nergens geïrriteerd getoeter gehoord, werden niet op onverantwoordelijke wijze ingehaald er er werd niet aan onze bumper gekleefd om maar helemaal niet te denken aan de opgestoken vinger. Die zie je daar echt niet. Waarom wij Nederlands zo uitermate onbeschoft zijn op de weg, ik heb geen idee, maar het is iets waar we beslist niet trots op hoeven te zijn. De hufterdichtheid is op de Nederlandse weg heel erg hoog.

Wat is het antwoord van de partijen op het voorstel om de Slotlaan autovrij te maken? Dan hoeft het busstation ook niet opengesteld te worden als snelweg door ons mooie centrum. Wie wil zich nog profileren, en hiermee stemmen winnen voor de Gemeenteraad? Ruim baan voor fietsers en voetgangers. Parkeren kan in garages aan de rand van het centrum... Benieuwd naar de partijstandpunten van VVD, D66, CDA, SP en GroenLinks. Waarom wordt dit onderwerp doodgezwegen in de officiële partijstandpunten? Waarom stemde de Raadsleden unaniem mee met College, burgemeester, en wethouders Fluitman en Luca? Eenheidsworst? Laat je stem horen!

Voeg een reactie toe

Plain text

  • HTML tags zijn niet toegestaan.
  • Website-adressen en emailadressen worden automatisch omgezet in een link.
  • Regels en paragrafen breken automatisch af.